De Beneluxlijn in Rotterdam vormt een twaalf kilometer lange uitbreiding van de Calandlijn en verbindt het Marconiplein, via de Beneluxtunnel met Rotterdam Zuid. De metrostations op de nieuwe, betonnen baanconstructie (van de hand van Maarten Struijs) zijn door verschillende architectenbureau's vormgegeven.
In opdracht van de RET en in samenwerking met Gemeentewerken Rotterdam heeft architectenbureau ZJA een ontwerp gemaakt voor metrostation Vijfsluizen in Schiedam. Gemeentewerken Rotterdam is verantwoordelijk voor de uitwerking van het station. Na metrostation Vijfsluizen duikt de metrolijn de Beneluxtunnel in om onder de Maas door te gaan. Een deel van de tweede Beneluxtunnel, waarvoor ZJA ook het ontwerp heeft gemaakt, was al gereserveerd voor deze nieuwe lijn. De Beneluxlijn is in 2002 in gebruik is genomen.
De perrons van het station liggen op het niveau van het viaduct, 7,5 meter boven maaiveld. De toegangshal bevindt zich op maaiveld. De hoofdentree aan de noordzijde van het station grenst aan het busstation en de aansluiting op de Tram-Pluslijn. De entreehal aan de zuidzijde grenst aan een bedrijvenpark. Zowel de toegangen als het perron zijn zo open mogelijk ontworpen teneinde overzichtelijke ruimtes met veel daglicht te creeren voor een prettig en veilig gevoel van de reiziger. Het station heeft aan weerszijden transparante windschermen van geperforeerd staal, die vrij uitzicht bieden over het industriële havenlandschap.
Gebogen stalen spanten, met tuidraden opgehangen aan stalen masten, dragen het dak. De combinatie van het gebogen baanvak en gebogen spanten resulteert in een asymmetrisch, licht gebogen middenperron en dubbelgekromde golvende vlakken in het dak. Boven het perron is de ruimte tussen de spanten gevuld met gekromde stalen platen met aan weerszijden gesegmenteerde glasplaten die de kromming in het dak opvangen. Boven de sporen is de ruimte tussen de spanten open. De opgangen aan de noord- en zuidzijde zijn eveneens overkapt met gebogen stalen daken. Staalplaten van 10 mm dikte en 2,8 meter breed veranderen over een lengte van 10 meter van convex naar concaaf: boven de perrons buigt de staalplaat bol omhoog, boven de entree op maaiveld bol naar beneden. Een deel van het perron is overkapt. De ruimtelijke constructie van de overkapping is in de vorm van losse spanten doorgezet over de rest van het perron.
De masten die de stalen dakspanten dragen, torenen uit boven het station. Stalen vaantjes met de letter M bewegen in de top van de mast in de wind. Vanuit het weidse omringende landschap, gedomineerd door snelwegen en viaducten, de Maas en grootschalige havenactiviteiten, wordt de plaats van het station zo gemarkeerd.